Slalom
We spreken pas over slalom vanaf het moment dat de skiër gaat leren om wijd te skiën en zo de boei te kunnen ronden.
Een slalompiste bestaat uit 6 boeien, een in- en uitgangspoort en een botenkanaal. De boot vaart aan een constante snelheid door het botenkanaal terwijl de skiër door de ingangspoort skiet om vervolgens de 6 boeien te ronden, waarna hij door de uitgangspoort gaat.
Heeft de skiër deze opdracht met succes volbracht, dan zal de snelheid met 3 km/u verhogen tot aan de maximum snelheid van 55 km/u voor de vrouwen en 58 km/u voor de mannen.
Eens de skiër deze maximum snelheid heeft bereikt, zal het touw ingekort worden. van
Hoe lees ik nu de punten?
Indien er staat 2.50/58/16.00 wil dit zeggen:
- de skiër ronde 2,5 boeien
- aan 58 km per uur
- aan een koordlengte van 16 meter