Full Size cable
Een ‘full size’ kabelbaan bestaat meestal uit vijf masten (vroeger vaak vier, tegenwoordig soms ook zes masten) waarover een dubbele staalkabel is gespannen, namelijk de omloopkabel. Hoe meer masten er zijn, hoe stomper de hoeken, en hoe gemakkelijker de bochten genomen kunnen worden.
De skilijnen waaraan de skiërs zich vasthouden kunnen van de omloopkabel worden afgekoppeld om vervolgens naar een magazijn getransporteerd te worden en terug te worden aangekoppeld aan de omloopkabel. Dit aankoppelen gebeurt aan de zogenaamde meenemers die om de ca. 85 meter op de omloopkabel zijn aangebracht. De omloopkabel hoeft niet stilgezet te worden om lijnen aan- of af te koppelen. Het startponton met bedieningsgedeelte ligt buiten de sleeplijn van de skiër die start van op het startplatform.
Iedere skiër kan zelf bepalen hoeveel rondes hij wil/kan skiën. Wil hij stoppen, dan hoeft hij op de aangewezen plaats (zie verder in de cursus) enkel zijn hendel los te laten. De volgende skiër kan dan meteen aan dezelfde meenemer starten (weliswaar aan een nieuwe skilijn). Voor een vlot verloop tussen de skiërs zal de uitbater vaak bepalen dat er maximum drie of vier rondjes geskied mogen worden, alvorens men verplicht is naar de kant te gaan om de lijn vrij te maken voor de volgende skiër.
De operator kan de snelheid van de kabelbaan regelen (tussen 0 en 58 km/h), maar deze blijft meestal constant, namelijk 30 km/h. Er worden wel op bepaalde uren trainingsmogelijkheden geboden aan andere snelheden. Zo zal tijdens kids sessies de kabelbaan trager gezet worden, terwijl de kabelbaan sneller zal draaien voor een monoski/slalom sessie.
Het startponton staat steeds haaks op de richting van de kabel, zodat de meenemer zorgt dat de snelheid voor de skiër toch opgebouwd wordt en hij niet onmiddellijk op volle snelheid is. Toch zal deze versnelling hoger liggen dan achter de boot, wat geen probleem vormt gezien de skiër van op het startplatform vertrekt en niet uit het diepe water.
De grote kabel kan of links of rechtsdraaiend zijn. Een regular rider zal een rechtsdraaiende (met de klok mee) kabel prefereren, terwijl een goofy rider liever start aan een linksdraaiende (tegen de klok in) kabel.
Bij sommige kabelbanen zijn slalom, figuren en springparcours geïntegreerd. De huidige kabelbanen in België zijn gericht naar wakeboarders en zijn niet geschikt voor competitie klassiek.