Het slalomparcours
Bij het slalommen moet je zoveel mogelijk hekgolfkruisingen trachten te maken in twee rons van ieder 15 seconden (je vertrekt buiten de golf en de tijd gaat in bij de eerste beweging naar de golf toe). Een kruising is een volledige doorgang van buiten de eerste hekgolf tot buiten de tweede hekgolf.
Je mag de golf kruisen op een of op twee voeten, maar bij kruisingen op een voet scoor je het dubbel van de punten ten opzichte van een kruising op twee voeten. Met andere woorden, op twee voeten krijg je een half punt per kruising, op 1 voet krijg je een volledig punt per kruising.
De juryleden in de boot beoordelen deze kruisingen en quoteren ze als ze uitgevoerd worden volgens het reglement. Een niet correct uitgevoerde een-voet-kruising wordt gequoteerd als een twee-voet-kruising.
De hekgolf van de boot is ingedeeld in 4 zones:
- zone 1: van buiten de hekgolf tot aan de top van de eerste hekgolf
- zone 2: van de eerste hekgolf tot over het midden tussen de hekgolven
- zone 3: van het midden tussen de hekgolven tot de top van de tweede hekgolf
- zone 4:van de top van de tweede hekgolf tot buiten de hekgolf
Twee-voet-kruising | Een-voet-kruising |
Bovendien kan je zowel voorwaarts en achterwaarts kruisen. De puntenwaardering is voor beide hetzelfde, maar indien je twee keer voorwaarts of twee keer achterwaarts kruist, krijg je voor de laagst scorende passage maar 25% van de punten.
Je kan dus het meeste punten behalen door een run voorwaarts op één voet en een run achterwaarts op één voet te nemen.
Indien de skiër tijdens zijn run valt en de hendel verliest, betekent dit het einde van de doortocht waaraan de skiër bezig is.
Valt de skiër, maar kan hij de hendel vasthouden, dan mag hij zijn run afmaken van zodra hij terug in blootvoetwaterskihouding is (opgelet, de timer blijft lopen). Het scoren begint dan terug zodra hij opnieuw van buiten de hekgolf begint te kruisen. De kruising waarin de skiër gevallen is telt niet mee en de score gaat verder van de eerder gescoorde kruisingen.